Grote hoenders: niet erkende kleurslag - Kriel: niet erkende kleurslag.
Kop: glanzend zilverwit.
Hals- en zadelbehang: glanzend zilverwit, elke veer voorzien van een duidelijke blauwe schachtstreep die niet tot de veerpunt mag doorlopen.
Rug: glanzend zilverwit.
Schouders: glanzend zilverwit
Overige gevederte: helder blauw, zo gelijkmatig mogelijk. De veren van de voorzijde van de hals mogen zilverwit zoming vertonen tot aan de onderzijde van het halsbehang. Vooral op de borst en het vleugeldek vertonen de veren vaak een fijne iets donkerdere veerrand (optische zoming).
Donskleur: bleek blauwgrijs
Kop: glanzend zilverwit.
Halskraag: glanzend zilverwit.
Overige gevederte: helder blauw, zo gelijkmatig mogelijk. De veren van de voorzijde van de hals mogen zilverwit zoming vertonen tot aan de onderzijde van de halskraag. Vooral op de borst en het vleugeldek vertonen de veren vaak een fijne iets donkerdere veerrand (optische zoming).
Donskleur: bleek blauwgrijs
donker hoornkleurig.
witroze tot grijsachtig.
onvoldoende of doorslaande schachtstreeptekening; romige aanslag in de witte veergedeelten; borstzoming; roestige, ongelijkmatige of te donkere blauwe grondkleur.
Informatiebron: Standaard hoenders & krielen 2012 - Belgische rassen
GR : erkende kleurslag bij de grote Marans.
Kr : erkende kleurslag bij de Maranskrielen.